“Dit doet een mens niet voor zijn plezier, en zeker niet nog een keer,” was de eerste reactie nadat ik De 80 van de Langstraat in 16 uur gelopen had. De sleutelhanger die ik ooit van Ivo heb gehad (I Hate Life) was voor de eerste keer, maar dan ook genadeloos hard mijn motto. Binnen 20 uur 80 km lopen is gekkenwerk, zo besefte ik me meer dan eens. Als je je bedenkt dat na dik 40 km, het stil werd op straat, het al een 8 uur donker was, mijn benen op allerlei plekken gingen verkrampen, je gaat nadenken over de idioterie en je pas net over de helft bent.

Dank aan degenen waarbij ik toen kon aanhaken. Een tot dat moment onbekende Dongenaar, maar vooral later mijn neefje Sjaak en zijn vrouw Franka, in het lange stuk over het Halve Zolen Pad (hoe toepasselijk) richting Waspik. Daarna de massage in de sportschool daar. De start met 2900 anderen en eerste kilometers in een overdruk Waalwijk met tweemaal pa en ma langs de weg leken ver weg. Met enige weemoed terugdenkend aan Drunen, Nieuwkuijk, Haarsteeg en Elshout waar de nacht werd verblind door houtvuren en verdoofd door luidsprekers en enthousiaste supporters. Waaronder Rolf en Tina, met verstandige energierijke voedingsmiddelen (Bifi!) en onverstandige boterhammen in een flesje van 33 cl. Die vielen kilometers later richting mijn kuiten, maar daar was ongetwijfeld ook mijn te snelle tempo van de eerste uren debet aan. Eerste controle bij ’t Snoekske was druk, maar minder druk dan andere jaren, zo begreep ik. Toch frustrerend dat je een weggetje op loopt en anderen tegemoet gaat die al bij de eerste controlepost zijn geweest, terwijl je zelf er nog naartoe moet. Daar maar niet gerust en lekker doorgewandeld. De stille stukken in de polder naar Waalwijk, de verrassende beschonken drukte daar.

Maar bij de controle- en verzorgingspost in Waspik lag dat alles achter je. Voor je nog een fors aantal kilometers inclusief stramme benen die moeilijk in een ritme komen. Het enige lichtpuntje was de dag die was aangebroeken terwijl ik op de massagetafel lag. Ik leek weer niet vooruit te komen. Tot het moment dat ik bij de man van mijn nichtje Jos?ɬ©, Rob en zijn broer kan aanhaken. Het straffe tempo en de gesprekken hielpen me tot aan De Moer. Tussendoor gezelschap van Ton op de fiets en bij het Maoske was wederom Rolf met chocolade en cola als energieboost. Die tien minuten die ik daar heb gezeten was funest. Centimeter voor centimeter ging het daarna. Rob en Rogier hield ik niet meer bij, gelukkig liep daar toevallig mijn nichtje Marga in een fractioneel lager tempo. Mijn wandelgezel tot aan de controlepost in Loon op Zand. Bemoedigende worden van ervaren wandelaars en Anne die op de fiets wat ballast kwam oppikken hielpen ook enorm. Ik wist op dat moment dat stoppen en rusten zinloos was en nergens toe leidde, dus liep ik door.

De kilometers die een levenlang duurden, naar Kaatsheuvel. Pa liep nog een aantal kilometers mee, vrienden en bekenden in mijn dorpje bemoedigden, maar maakten de lichamelijke ongemakken niet minder. Wat een eindje wandelen is leek toen een wandeling naar de maan… van De Molen naar Waalwijk. Nog enkele telefoontjes opgenomen maar nauwelijks fatsoenlijk beantwoord. Daar kwam de Antoniusstraat, lang uitgezien naar de laatste bocht in het parcous… blijkt de finish, het stadhuis, een klein stipje aan het einde van meer dan een kilometer lange weg te zijn. Gezelligheid om me heen, besloot mijn veter los te gaan met 200 meter te gaan. Maar uiteindelijk ging ik als 901ste om 13:01 uur over de eindstreep.

Wie loopt er volgend jaar met me mee? http://de80.hyves.nl

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *