Meimoires

Als er dan 1 ding is waarvoor je naar Tilburg moet, dan is het wel de Meimarkt. Ieder jaar de grootste rommelmarkt in het centrum van Tilburg. Dit jaar van zaterdag 23 mei 21:00 uur tot en met zondag 24 mei 17:00 uur. U leest het goed, de hele nacht door. Zonder massale verlichting, met sfeervolle zaklampen door gebruikte spulletjes graaien.

Waar begin ik aan. Gelukkig met steun van mijn collega en onze vriendinnen, maar zonder verstand de hele nacht vinyl, vhs en foeilelijke meuk proberen te slijten aan mensen die deze zaken op waarde schatten en ze een nieuw huis geven. Inmiddels twijfel ik of de koperen vogelkooi, het versleten poppenhuis en twee kruimeldieven überhaupt van de kraam verdwijnen, om maar te zwijgen over de schattige beeldjes, gedateerde stereotoren, diverse romannetjes of weckflessen.

En toch zal mijn hart pijn doen bij iedere 10 eurocent waarmee ik ze verkwansel en definitief uit mijn leven verban. De twijfel slaat om in hoop. Hopelijk leest niemand dit en neem ik ook de kruimeldieven weer terug mee naar huis. Leuk wordt het sowieso als u als zeergeëerde lezer mij een bezoek brengt en me vraagt naar die ene plaat met het nummer “Een barg die hé un krul in de steert” erop.

Zo blikte ik in 2009 vooruit op de Meimarkt. Wist ik veel wat me te wachten stond. Of beter gezegd… wisten wij veel. Want alhoewel collega Bart en ik onze vriendinnen er min of min ingepraat hadden, we hadden het alleen maar van horen zeggen. Natuurlijk stonden we ieder jaar aan de andere kant van de kraampjes. We hadden al een flauw idee van de chaos tijdens het opbouwen en toch is het anders als je zelf opbouwt. De eerste keer hou je onvoldoende rekening met dat eerste uur als je de spullen in dozen en vervolgens op de aanhangwagen zet. Het is al een hele kunst om al je spullen onverkocht op je kraam te krijgen. En als het er staat, een hele kunst om ze niet mee terug naar huis te hoeven nemen.

Voorbereiding is alles. T-shirts gemaakt met de volgende teksten. Geheel onorigineel in lijn met de legendarische Gamma reclames met Martin van Waardenberg. Op de voorzijde “Eigen haard…”, achterzijde “…hebben we net verkocht”. En “Je moet een gegeven paard…”-“…niet op deze kraam zoeken”, “Een man zonder vrouw…”-“…is als een kraam zonder spullen” en ”Goede wijn…”-“…drinken we zelf op”.

Onze stek benaderde perfectie. We stonden niet alleen tegenover feestcafé De Prins, maar we konden met onze aanhangwagen gewoon aan de straatkant parkeren, niet al te ver van onze kraam. Het regende mot, dus waren we met zijn allen druk bezig de spullen onder het zeil te krijgen èn een zeil aan de achterzijde gespannen te krijgen. Ondanks dat de markt officieel pas om 21:00 zou starten, waren verschillende kramen al opgezet. Leermoment voor de volgende keer. Zodra het nummer is toegewezen, mag je beginnen… En dus was het al druk met koopjesjagers. Terwijl je dozen naar de kraam droeg, klampten kopers zich al aan jou of de aanhangwagen vast. Nauwelijks tijd om over prijzen te overleggen. De koperen vogelkooi heeft nooit de kraam bereikt… het in mijn ogen topstuk uit ons aanbod werd voor vijf euro verkocht door Anne. De wanhoop in mijn ogen moet onbeschrijflijk zijn geweest.

In de hectische eerste uren hebben we nauwelijks contact gehad met buren Bart en Angelique. Wat een drukte meteen en tegelijkertijd je kraam in orde proberen te krijgen. Als een ware verkoper je etalage in orde brengen. Waar ligt wat? Je verbazen waarom sommige dingen blijven liggen, en waar andere dingen gebleven zijn. Hoe hangen we iets op? Blijft alles droog? Gelukkig klotsten alleen de oksels. De motregen werd tegengehouden door het zeil en al snel werd het aan de andere kant van het zeil droog.

Een ander pronkstuk was een x-delige kookset. Zo’n set die op elkaar gestapeld kan worden. Slechts één warmtebron verwarmt alle gestapelde pannetjes. Ideaal voor milieubewuste mensen, voor op de camping, tja, eigenlijk voor iedereen die het maar wil kopen… ideaal! Een Indische vrouw pakte de set ter hand en wilde haar man overtuigen. Die al doorliep… hij voorzag al wat er zou gebeuren. Na als een ware expert de vragen van de vrouw te hebben beantwoord, kwamen we tot een prijsvergelijk. De man, al een tijdje op afstand, lonkend naar een betere, nee, andere bestemming van zijn centen op het terras, werd erbij geroepen. Portemonnee werd met gezonde tegenzin getrokken en er was alweer een prachtproduct van eigenaar gewisseld.

We maakten kennis met de studentenacties. De ene kroeg had verzonnen dat voor iedere boom/struik-achtige decoratie een gratis biertje te verzilveren was. Groepjes studenten struinden de kraampjes af om iets groens onder de prijs van een biertje te verkrijgen. Of we een plastic bloem hadden. Een wat? Een plastic bloem of zoiets. Niet dat ik weet, Anne… hebben wij een plastic bloem. Of kerstboom, ook goed. Nee wel ski’s. Maar daarover later meer. Andere verenigingen hadden de opdracht uitgevaardigd om zonder geld te gebruiken met een zo groot mogelijk artikel terug te komen. Of we een beertje wilden ruilen tegen een lp. Of twee lp’s. Die dan bij de volgende kraam weer werden geruild voor een schilderijtje.

Een zak met stropdassen, in hippie kleuren met psychedelisch design… wie zouden we daarvoor kunnen strikken? Ophangen en afwachten. Gelukkig waren er dan altijd de vrienden- en studentengroepjes. Als één uit de kudde besluit dat een stropdas om je hoofd knopen het helemaal is, ben je zo door je stropdassen heen. De lelijkste (stropdas) eerst. Druk passend, vragend naar een spiegel die we ongetwijfeld hadden, maar geen idee waar. Wat vraag je dan aan de groep Rambo’s voor prijs? Geen hoofdprijs, dat is zeker.

Waarom we de twee paren ski’s met bijbehorende stokken hadden meegenomen weet niemand. Maar er was vraag naar, of we wisten die te creëren. Hoe gaaf is het om de skihut binnen te wandelen met een echt paar ski’s en stokken? Eén set was zo verkocht. Maar daarna ging het bergaf. Met moeite kregen we de andere ski’s verkocht aan iemand die ook de sier wilde maken in de skihut, maar de stokken zo onhandig vond. Waarna we bleven zitten met twee stokken. Tot iemand Anne vroeg om een kaarsenkandelaar of een haardpook. Die we niet bij hadden, maar aan wie ze wel de skistokken wist te slijten. Even later komt de koper langs, zittend op een skateboard met de twee stokken als gangmakers.

Hoe laat het rustiger werd… ik zou het niet meer weten. Was het 03:00 of 04:00 uur? Dronkemansfiguren domineerden het straatbeeld en wisten vele kleinigheden op waarde te schatten. Op de moeilijke momenten, in drukte of te midden van te stille nachturen, waren daar de Snickers-muffins. Muffins, door Anne bereid, met als kerningrediënten pindakaas en Snickers. Deze bevatten een hoeveelheid energie waar koffie en cola moeilijk mee kunnen wedijveren. Op zulke momenten ook eindelijk tijd voor een welverdiend biertje. Om de letterlijke woorden van kompaan Bart te gebruiken als je hem vraagt wat hem vooral is bijgebleven… “Vooral de Snickers-muffin die als een blok beton in mijn maag viel. Toen er ook maar een beetje rust viel, ik angstig 2 Duveltjes en dito glas ging zoeken om te proosten. En de toekomstige advocaten en boekhouders kastjelam voor de Prins.”

De overburen van feestcafé De Prins gingen maar liefst 2 uur dicht. Bezoekers van dat etablissement zochten en vonden in ons ook een bewaakte stalling voor hun winkelwagen met aanwinsten. Achteraf bezien hadden we daar best een artikeltje of twee bij kunnen leggen. Maar op dat moment hadden we nog echt het gevoel dat we de vraag achterbleef bij ons mooie aanbod. Aan ons aanbod lag het zeker niet. Anderhalve dronkenlap en een familielid die van kroeg naar huis wandelden, hielpen ook om wakker te blijven. Een fan van Masada, met dito shirt en bijnaam, kwam nog polshoogte nemen. Ongetwijfeld had hij de Masada lp’s al die we bijhadden.

De ochtend brak weifelend aan. Een warme, zonovergoten zondag was ons beloofd. Het volk nam weer in aantal toe. Wij moesten nog even opstarten of kickstarten met koffie. Onder het genot van een Snickersmuffin en zwart goud, hoorde ik plots in Noordnederlands dialect “Heej kiek hier”. Een lp werd vastgepakt alsof het goud was en een kompaan erbij geroepen. Op de lp in kwestie prijkt een man in zwart leren jack met petje op en titels als “In die oude plaggenhut” en “In een poep en een zucht”. Nog iets harder “Ie heb gewoon Oompie Koerier!”. Eerlijkheid gebied te zeggen dat ik nog nooit van deze legendarische persoon gehoord had. Zelfs twee lp’s bevonden zich in het aangeboden vinyl, welke gretig werden aangeschaft. Twee Grunningers waren wie-weet-hoe-vroeg uit het noorden vertrokken om toevallig deze twee lp’s te scoren. Toeval bestaat niet. Ik gunde ze het van harte. Maar ergens had ik meteen al spijt dat ik ze verkocht heb.

Hulptroepen arriveerden op het heetst en drukst van de dag. De vader van een maatje kwam langs en nam plaats naast ons. Mouwen van het hagelwitte overhemd werden opgestroopt en willekeurige objecten werden aan nog willekeuriger mensen aangeboden, en soms zelfs verkocht. Een minder mooie vaas, afgedankt door een tante hadden we, met zorg, pijn en moeite heel van huis naar Tilburg gekregen. Die ging echt niet (heel) mee terug. Een groep bollebozen werd de vaas aangeprezen. “Gemaakt in het verre oosten, met zorg en aandacht, klassieke voorbeeld van…” enzovoort. Toen ze nog niet toehapten besloot hij zijn betoog dat de vaas ook goed klonk, tikkend op de rand. Dat leek te werken, waarop ze de vaas voor een habbekrats meenamen. Niet veel later liep Anne met zijn dochter over de markt. Op een terras ontdekten ze de bollebozen, die hen een duimpje toestaken. Ze riepen nog dat de vaas inderdaad erg mooi klonk. Naast de tafel had de vaas haar laatste rustplaats gevonden. Toen ik dat hoorde, moest ik erg lachen, maar huilde ik diep van binnen.

En dan Het verhaal van Vrouwtje Theelepel. Ook bij Bart en Angelique namelijk legendarische verhalen. Vrouw snuffelfde door bestek en vroeg haar man “Dit is em toch?”. Waarop haar man niet anders dan bevestigend kon antwoorden. “Hoeveel kostie?”, theelepeltje in de hand. De vraagprijs luidde zo’n 10 cent. “Geef die meneer eens snel zijn geld.” De twee wandelden verder. Na enkele meters draaide de man zich om en wandelde terug naar de kraam. Dankbaarheid, misschien wel tranen in zijn ogen. “Weet u, deze waren we al jaren kwijt. Markten afgestruind, geen bestekbak gemist.” Nadat hij zich omdraaide, wisten we dat er geen gelukkiger man ter wereld was op dat moment.

En wat te denken van de wonderen van de Meimarkt? Tilburg is een katholiek bolwerk. We kennen allemaal wat één van de leidende figuren uit dat geloof met enkele vissen en broden heeft gedaan. Ik had nooit durven dromen dat iets vergelijkbaars mogelijk was op een rommelmarkt. Dankzij gulle, onbaatzuchtige donaties, hadden we drie printers gekregen. Werkend, zo werd ons verzekerd. Maar onmogelijk aan iemand anders dan ons te slijten, zo vertelde het gezicht van de gulle schenker. Geen uitdaging was ons te gek, dus die prachtige apparaten mochten mee. Op welke plek ze ook stonden, hoe we ons best ook deden, zelfs gratis bleven de printers ons trouw. Bij het inladen, beter gezegd, bij het uitladen thuis, zagen we ze allemaal weer terug. Allemaal? Naar achteraf blijkt zijn printers net konijnen. Een viertal printers werden thuis uitgeladen.

Het zou niet bij deze ene keer blijven. Maar deze eerste keer bleef speciaal. Als we als kopers over de Meimarkt lopen, hebben we het er nog vaak over. Veel bijzondere mensen en verhalen. Ik heb het nog niet gehad over de man die ons zijn Go voor beginners boekje gaf. Veel verhalen zijn verloren gegaan. Teveel verhalen in 1 nacht… misschien wel 1001…

Aanbevolen artikelen

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *