De Herberg

In de wintermaanden, de korte dagen met gure wind uit de verkeerde richtingen, is het goed toeven in een herberg. Een dak boven je hoofd tegen nattigheid en kou, een tap voor koude nattigheid, schuilende mensen, broedplaats voor verhalen. Maria en Jozef zochten tevergeefs, wij hebben meer geluk. Hun herberg was vol, die van ons alles behalve.

Niet dat we deze relatief warme winteravond avond op zoek zijn naar onderdak. We zoeken niet veel meer dan een tijdverdrijf van drie kwartier, gepaard met een drankje, in afwachting van een kerstdiner bij Divino in het roemruchte Hapert. Ons oog valt op Café de Herberg, niet te ver van de parkeerplek van ons stalen ros.

We stappen binnen in een orkaan van Nederlandstalige volksmuziek. Achter de bar een dame en aan onze kant van de bar één klant. Beide minder jong dan ons tweeën. Ze luisteren aandachtig naar een vol overgave zingende Zangeres zonder Naam.

De bardame verontschuldigd zich. Nog even, na dit nummer gaat volume zachter en zal ze iets anders opzetten, zo belooft ze. Of we de tekst kennen. Nee? Luisteren dan… een dramatisch verhaal wordt ons toegezongen. We vallen er middenin…

Op zekere dag
Werd z’n wens toch vervuld
Hoe had die het ooit kunnen dromen
Z’n vader had maanden, en maanden, gespaard
Om schoentjes voor Jantje te kopen
En op z’n verjaardag kreeg Jantje het geld
Hij was z’n ellende vergeten
Hij rent naar de winkel
En liet zich daar gauw
Een paar mooie schoentjes aanmeten

Hij rent uit de winkel
Z’n schoentjes omklemt
Hij is als verdoofd door het wonder
Hij loopt in de tramrails
Daar nadert een tram
Een gil, kleine Jan ligt eronder
Men snelt naar hem toe
En men roept in paniek
Een kind is daaronder gekomen
Daar ligt kleine Jantje
Bebloed en daarnaast
Z’n schoentjes, ’t geluk van z’n dromen

In het gasthuis daar zitten z’n ouders aan het bed
Wat zullen de dokters beslissen
Ze horen dat Jantje wel beteren zal
Maar dat die z’n voetjes moet missen
En koortsig vraagt Jan
Waar z’n schoentjes nu zijn
Z’n moedertje antwoordt zo zoetjes
Je schoentjes m’n jongen
Die heb je nog wel
Maar liefje, nou heb je geen voetjes
Maar liefje, nou heb je geen voetjes

Hierna zijn we wel toe aan een spreekwoordelijke borrel. We drinken de brok uit onze kelen.

De bardame vertelt vol overgave dat de Zangeres zonder Naam vroeger altijd op stond bij haar thuis. Op plaat. Natuurlijk! Ik vertel over mijn liefde voor vinyl. De tijd van het verhalen vertellen in een liedje ligt wel achter ons, zo mijmer ik. Ik noem Cowboy Gerard als voorbeeld met zijn spel kaarten. Instemmend knikken de barbewoners.

Het gesprek vervolgt. Zij vertelt over haar leven als barvrouw. In februari van het aankomende jaar zal ze dat leven achter de bar vaarwel zeggen na meer dan 30 jaar. Ze laat Café de Herberg met een gerust hart in nieuwe, bekwame handen achter. De klant verhaalt over zijn leven als kok, dat hem door het hele land heeft gebracht, maar nu geniet hij van zijn rust en biertje. Met zijn jas al aan, tapt zij toch nog een biertje en weet hij het pand nog niet te verlaten.

Of we Dikke Leo en de Slijpers kennen. Ik knik instemmend. Op de bandrecorder van mijn ouders stonden klassiekers als Wij zijn de slijpers van Parijs, en… Puntje d’r in, puntje d’r uit. Als klein menneke had ik geen idee van de teksten… maar ze zijn onderdeel van mijn muzikale gewaarwording. Al snel klinkt uit de boxen…

Oh, oh, wat een stoot
Moet ‘ie dik, moet ‘ie dun of om rood
Oh, oh, wat een bal
‘k Weet nog niet hoe ik die maken zal
Stoot ik met een boog
Binnendoor, met m’n keu recht omhoog
Oh, oh, wat een vraag
Ja, ik zit met die bal in m’n maag

Ze rommelt en stommelt, grijpt achter de muziekinstallatie. Geen idee waar ze naar op zoek is, tot ze met de elpee 40 jaar Dikke Leo tevoorschijn komt en ons deze in de handen drukt.

Geen mitsen, geen maren… het heeft zo moeten zijn. Die elpee hoort niet te worden weggegooid als het café door de nieuwe eigenaren wordt verbouwd. En thuis heeft ze geen platenspeler.

We rekenen af, aangezien we nu echt een paar deuren verder moeten zijn voor het kerstdiner. De elpee en het bijbehorende verhaal nemen we mee, waarbij mijn buurman aan tafel verrast naar de elpee kijkt. Het doet hem denken aan het café van zijn opa in Helmond. De Dikke Leo van de zojuist verkregen elpee was daar een vaste klant…

Aanbevolen artikelen

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *