Droge rijst. Perfect droog gekookte rijst. Uit een rijstpan. Of in ons geval een hooimadam. Daar hebben we niet zoveel mee. Die nemen we ongezouten op de korrel. Daar gaat dit stukje niet over. Plakkende rijst daarentegen… plakrijst met rauwe vis bijvoorbeeld. Daar zeggen we geen nee tegen. Maar die maken we zelden zelf meer. Dan schuiven we liever aan bij iemand die dat voor zijn vak doet. Bij ons in het dorp bijvoorbeeld. Meer variatie en geen afwas.
Je kan ook op de Italiaanse toer met rijst. Italiaanse gerechten klinken meteen muzikaal. Risotto klinkt heel anders dan rijst. Je moet er niet teveel over nadenken. Wat ik dus wel doe. Risotto is een samenvoeging van het Italiaanse woord voor rijst riso en otto, wat 9 betekent en hier als 8ervoegsel gebruikt wordt. Maar het is in de 10de eeuw op Sicilië geïntroduceerd. En het bereiden vindt in 5 stappen plaats. Snappen jullie het nog?
Risotto brengt mij gek genoeg niet terug naar Italië. Alhoewel we in Toscane heerlijk gegeten hebben, en ongetwijfeld ook heerlijke risotto. Maar dan denk ik aan Brabant. Want daar brandt nog licht. Bij Isolani in Waalwijk. Alhoewel Casa Caminita in Ouderkerk aan de IJssel ook een geweldig verhaal herbergt. Maar dat is mogelijk voor ooit. Waalwijk dus. Ooit daar door de winkelstraten gestruind en zonder honger, maar met trek bij Isolani uitgekomen.
Na een blik op de kaart, twijfelden we of we wel toe waren aan een volledige maaltijd. Welke twijfel we deelden met de gastvrouw. Die ons vervolgens aanbood om een risotto te maken. Stond niet op de kaart. Maar de kok vond dat altijd een feest om te maken en zo konden we lekker snoepen in plaats van vlees of vis. Wat een Ge.Wel.Di.Ge. risotto was dat. Legendarisch. Ongeëvenaard. Maar die van ons is ook om te smullen.
De eerste stap is het maken van een soffrito. (Hé, die (her)kent de trouwe lezer!) De tweede stap is de tostatura. De derde stap is de umifità. De vierde stap is de brodo. De vijfde en meestal laatste stap is de mantecatura. Zo. Klaar. Makkie. Maar eigengereid als we zijn, mag je deze termen vergeten en komt de onze lekker makkelijk uit de oven.
Wat zien we op het aanrecht liggen? Magere spekjes (circa 250 gram), 3 preien, risottorijst (300 gram), groentebouillon (750 ml, vers of dankzij een blokje), extra fijne doperwten (225 gram) en Boursin Culinair met Franse kruiden (200 milliliter). Een Italiaans gerecht met Franse kruiden. Dus. Wij gebruiken vaak diepvrieserwten, als je verse gebruikt dan deze kort blancheren.
Warm de oven voor op 180 graden. Verwarm de bouillon. De prei mag in halve ringen en gewassen. De spekreepjes belanden in een hapjespan, zonder olie of boter. Lekker uitbakken.
Voeg de prei toe en bak het geheel 5 minuutjes op laag vuur. Vervolgens de rijst erdoorheen, doorbakken tot de korrels glazig zijn.
Het mengsel mag in een ovenschaal en de bouillon mag eroverheen. Dek de ovenschaal af met aluminiumfolie en vertrouw deze 35 minuten aan de oven toe.
Neem de schaal uit de oven en roer de doperwten en Boursin er doorheen. Na nogmaals 5 minuten in de oven zou de risotto beetgaar moeten zijn. Linea recta naar de tafel, waar eventueel peper en zout klaar staan voor de liefhebbers.
En er staat een glas vol goudkleurige Italiaan. Een Birra Moretti. Fijne dorstlesser. Waarvan ik de 0.0 ook goed te doen vind. Zeker in zomerse tijden. Dubbel nul. Of je kiest voor een dubbele trappist. En dan denk ik toch al snel aan de La Trappe Dubbel. Maar Westmalle Dubbel is ook prima. Zonder grenadine. Met rieeesoootttooo. Buon appetito.